Europese Jeep helemaal bij de tijd
AutoDoor Rob van Ginneken
ALMERE - Het is in ons deel van de wereld een heel tijdje stil geweest rond Jeep, maar nu komt het karaktermerk duidelijk weer op stoom. Sterker nog: hun overkoepelende ‘moederconcern’ ziet Jeep als een echt op zich staand merk. Een beetje als Maserati, ook al is dat natuurlijk weer ándere koek. Dat wil wat zeggen als je nagaat dat Stellantis maar liefst veertien merken in huis heeft die grotendeels wel in ‘groepjes’ zijn onderverdeeld.
In Amerika is Jeep bijna mythisch, maar kennelijk wordt het ook in Europa een merk dat iets extra’s brengt. Tussen de ‘volume’ automerken die voor een deel toch uit eenzelfde mal komen. Al zeggen ze het zo zelf natuurlijk niet. Dat pakken ze absoluut doortastend aan. De nieuwe Jeep Compass wordt nu niet meer in de USA, maar in Italië geproduceerd. Op een niveau dat wij – veeleisende – Europeanen voor zulke luxe modellen eisen.
Strak en opgewaardeerd
De nieuwe Compass werd uiterlijk wat ‘strakgetrokken’ en krijgt bijvoorbeeld modernere lichttechniek mee. Het is begrijpelijk dat je niet te veel aan zijn karakteristieke Jeep-uiterlijk vertimmert. De grote stap werd zogezegd onderhuids gezet. Om te beginnen is het interieur een flink stuk opgewaardeerd in design en vooral ook de afwerkingskwaliteit.
Prijzen starten bij 34 mille. Je merkt bij d
e eerste kennismaking meteen dat deze auto verfijnder voelt en rijdt. Dat is onder andere terug te voeren op zijn geavanceerde infotainmentsysteem en een blik vol veiligheids- en rijassistentie snufjes. Ook de aandrijving is nieuw. De basis is een ultramoderne compacte turbo-viercilinder die op zich al aardig veel trekkracht biedt.
Uiteraard werkt ook Jeep aan het ‘elektrificeren’ van zijn hele modellenlijn. Met de nieuwe krachtbronnen zijn ‘ze’ al veel zuiniger. De nieuwe Compass 4Xe kan als plug-in hybride ook deels elektrisch rijden en doet dat nog aanzienlijk beter. Wie regelmatig laadt kan bij woonwerk-verkeer een op 50 halen.
Het uiterlijk is strakgetrokken. (Foto: aangeleverd)
