College wil geen autoweg bij IJmeerverbinding, gemeenteraad wil dat wel

10 december 2021, 09:56 Algemeen

ÁLMERE – Het college wil geen autoweg bij de IJmeerverbinding, de raad wil dat juist wel. De raad discussieerde op de Politieke Markt van afgelopen donderdag met wethouder Jan Hoek welk standpunt het college naar buiten zou brengen, dat van het college, dat van de raad, of beide.

Door Robert Mienstra

Hoek koos voor de laatste optie wat raadslid Willem Boutkan van de PVV in het verkeerde keelgat schoot. Hij begreep niet waarom het college voor alleen een OV- en fietsverbinding kiest terwijl er een motie aangenomen is waarin staat dat de raad ook een autoweg wil langs de IJmeerverbinding. Hoek stelde dat uit recente onderzoeken blijkt dat een autoweg niet wenselijk is. “We kennen de onderzoeksresultaten naar een autoweg, en we weten van de motie van de raad.
Boutkan vond dit onbegrijpelijk. Na afloop van de vergadering stelde hij dat het college feitelijk de motie van de raad naast zich neerlegt: “De raad is het hoogste orgaan, die beslist. Ik wil nog niet spreken over een vertrouwenskwestie, maar het college moet gewoon de mening van de raad naar buiten brengen. Nu worden we als raad gepasseerd.”

Interpretatie

Cruciale vraag in de discussie was wat voorgaat: een collegebesluit of een de wil van de raad. Hoek stelt dat op basis van recente onderzoeken de weg er niet moet komen. De raad vond dat zij die gegevens veel te laat heeft gekregen en Boutkan stelde dat op basis van die onderzoeken wél voor een IJmeer-autoweg kan worden gekozen. “Het is maar hoe je het interpreteert.” Wethouder Hoek volhardde in zijn standpunt om eerst het collegebesluit te noemen en daarna te melden dat de raad een ander standpunt heeft.

40 minuten

Opvallend was dat de raad eerst veertig minuten vergaderde of ze wel of niet moest gaan vergaderen. Wethouder Jan Hoek wilde de bespreking van de IJmeerlijn over het kerstreces heen tillen. Dit leverde weer eindeloze discussies op. Uiteindelijk kreeg Willem Boutkan van de PVV toch zijn zin om zijn vragen aan de wethouder te stellen.