De nieuwe Alpine GT. (Foto: aangeleverd)
De nieuwe Alpine GT. (Foto: aangeleverd)

De Alpine GT als laatste kans voor de liefhebber?

Opgejaagd door de tijdgeest ontwikkelen Europese sportwagenmerken elektrische supercars. Extreem snel, maar helaas wel peperduur en tamelijk zwaar. Alpine is nog even de uitzondering die de regel bevestigt. 

Door Rob van Ginneken

Vijf jaar geleden blies Renault hun sportwagenmerk nieuw leven in. Ze rolden de Alpine A110 over de catwalk van de Autosalon van Genève. Als vanouds ambachtelijk geproduceerd in het Franse Dieppe. 

Alpine moet duidelijk het visitekaartje van Renault zijn. Zoals Lexus bij Toyota. Het mag wat kosten als je kijkt naar het geldverslindende Alpine Formule 1 raceteam. Maar het verhaal gaat verder, want vanaf volgend jaar start de lancering van een nieuwe generatie elektrische Alpines. Eerst een compact en betaalbaarder sportief model, gevolgd door een grotere cross-over en zelfs een heuse elektrische SUV. Over drie, vier jaar komt een elektrische opvolger van de Alpine A110. Een samenwerking met het befaamde Lotus sportwagenmerk.

Alpine A110 GT

Misschien is de nieuwe Alpina A110 GT met zijn krachtige 300 pk-turbomotor achterin zo’n beetje de laatste der Mohikanen is onder de ‘klassieke’ sportwagens. Hij oogt gespierd, maar met zijn ronde vormen toch ook aaibaar. Het past prima bij zijn karakter.

Vanzelfsprekend zit je met zijn lage bouw en bijpassend gunstig lage zwaartepunt tamelijk dicht boven het wegdek in je sportstoel. In- en uitstappen vergt behendigheid, maar het is te doen. Gek genoeg zijn de zitpositie en zelfs het rijcomfort heel plezierig. Bovendien is het onderstel is nu eens niét sportwagen-kiezelhard.

Hij is zoals zijn naam zegt een Gran Turismo. Snel, sportief, maar beslist ook geschikt voor toeristische expedities. Dan moet je helaas wel licht reizen. De tweezitter coupé heeft zijn zogenoemde middenmotor achter je rug staan, dus is de bagagecapaciteit beperkt tot een klein vak daarachter en voorin een 200 liter minibagageruimte. Daar bestaan trouwens een maatwerk koffer- en tassensets voor.

Niet praktisch, wel rap

Heel erg praktisch is de Alpine GT dus niet. Wél een waar pretpakket, gebouwd als een racewagen. Zeer stijf en mooi licht, zodat hij bochten soepel verslindt. De A110 GT stuurt zeer scherp en produceert achter je rug bij volgas een symfonie van motorgeluid. Bewust vooral binnen de auto. Intussen schakelt de automaat vlot door de zeven versnellingen heen. De prestaties zijn imposant: in een tel of vier, vijf zit je op 100 kilometer per uur. Zijn topsnelheid is rijbewijs-verzengend...

Je hebt het over een echte liefhebbersauto voor rijders met een geraffineerde smaak en bijpassende bankrekening. Er is een A110 vanaf 70 mille, de snellere GT kost tien mille meer. Dromen mag, toch?

(Foto: aangeleverd)
De bagagecapaciteit is beperkt tot een vak tussen de stoelen en een minibagageruimte voorin. (Foto: aangeleverd)