33.000 Almeerders zijn laaggeletterd: aanpak nodig
ALMERE – Circa 33.000 Almeerders zijn laaggeletterd. Er gebeurt al veel om dat aantal naar beneden te krijgen, maar het kan beter. Een nieuwe routekaart moet ervoor zorgen dat er efficiënter en effectiever gewerkt kan worden als aanbieders elkaar aanvullen en inspelen op wat er op een locatie of voor een doelgroep nodig is. Meer maatwerk dus, dicht bij huis.
De term ‘Laaggeletterd’ wordt gebruikt voor mensen die onvoldoende basisvaardigheden hebben om zelfredzaam te zijn. Iemand die moeite heeft met taal en rekenen of die niet digitaal vaardig is. In Almere is dat ruim 15 procent, oftewel circa 33.000 mensen. De helft van deze groep is van oorsprong anderstalig. Dat heeft veel impact. Als mensen niet meer kunnen meekomen dreigt er een tweedeling tussen degenen die kunnen en degenen die steeds meer niet kunnen. Terwijl wij juist streven naar zoveel mogelijk gelijke kansen voor iedereen. Laaggeletterdheid wordt bovendien vaak overgedragen op de volgende generatie. De gemeente ziet dat anderstaligen het bestaande cursusaanbod goed weten te vinden. Ook bij kinderen is er een aanpak om de taalvaardigheid te verbeteren.
Routekaart
Inmiddels is een routekaart gepresenteerd met ideeën waarmee de laaggeletterdheid beter bestreden kan worden, daarbij wordt vooral gericht gekeken naar wat nodig is. Om te weten wat werkt, worden resultaten voortaan gemonitord. Daarnaast wordt gewerkt aan bewustwording. Niet iedereen realiseert zich dat de collega of buurman die altijd volop praatjes heeft misschien niet in staat is een kind voor te lezen. Om Almeerders goed te bereiken moeten cursussen en begeleiding vraaggestuurd en dicht bij huis gegeven worden. Bijvoorbeeld op school, onder schooltijd van de kinderen.