Afbeelding
Almere DEZE WEEK

‘Onderwijs moet op langere termijn anders’

Algemeen

Door Robert Mienstra

ALMERE – Raadslid Koen Bokhorst van de VVD en Susanne Olivier, lid van het college van bestuur van de Almeerse Scholengroep (ASG) zijn vorige week met elkaar in gesprek gegaan. Tijdens de Politieke Markt over onderwijs van donderdag 10 juni was er geen tijd meer voor hen om dat gesprek te voeren. Dus besloten ze dat later online alsnog te doen. Almere DEZE WEEK volgde als toehoorder het gesprek.

Bokhorst: “Hoe wordt het extra geld van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) ingezet?”

Olivier: “Landelijk heeft de overheid 8,5 miljard voor het hele onderwijs beschikbaar gesteld. Om dat geld snel te kunnen inzetten, heeft de overheid een menukaart ontwikkeld met ideeën voor de scholen. Niet de schoolbesturen bepalen de inzet van het extra geld, maar de scholen zelf. Bij ASG (Almeerse Scholen Groep) hebben alle scholen een schoolscan gemaakt waarmee de behoeften van de leerlingen en de school zelf in kaart worden gebracht. Het NPO moet het voor leerlingen die dat nodig hebben mogelijk maken langer, meer en effectievere onderwijstijd te krijgen om de impact die de coronacrisis tot nu toe op hun ontwikkeling had, waar nodig te herstellen en hen weer een goede uitgangspositie te geven. Het is een aanvulling op wat we al doen. Binnenkort horen we hoeveel geld de scholen kunnen inzetten. Let wel, de NPO-gelden zijn er niet om het lerarentekort op te lossen.”

Bokhorst: “Over het lerarentekort gesproken. Er zijn 134 vacatures. Wat kunnen de besturen daaraan doen?”

Olivier: “In Almere werken de schoolbesturen samen om het lerarentekort terug te dringen. De besturen kijken binnen en buiten de organisatie wat ze kunnen doen. We zetten in op zij-instromers. Dat zijn mensen die de overstap willen maken van een ander beroep naar het onderwijs. Daarvan zijn er nu zestien gestart en negen kandidaten starten na de zomervakantie. Daarnaast is er een traject met Windesheim voor onderwijsassistenten, die kunnen deelnemen aan het doorstroomprogramma onderwijsassistent. Zij kunnen dan uiteindelijk leerkracht basisonderwijs worden. Daar hebben zich dertig mensen voor aangemeld. Verder zetten we in op het behoud van de bestaande leerkrachten. Gelukkig zien we ook dat leraren meer geneigd zijn in Almere te blijven. We zetten daar vol op in met begeleiding en coaches.”

Bokhorst: “Wat gebeurt er buiten de organisatie om het lerarentekort op te lossen?”

Olivier: “Binnen Almere zijn we een voorbeeld voor andere steden uit de G5 met ons project Anders Organiseren. We huren expertise in van andere organisaties. Een klas krijgt maximaal 22 uur per maand les van een medewerker van een maatschappelijke organisatie. Die geeft bijvoorbeeld elke vrijdagmiddag theaterles. Het maximum komt neer op een dag in de week, de vijfde schooldag. De maatregel ‘Anders organiseren’ heeft een dubbele werking: het geeft leraren en directeuren werkdrukverlichting én is een verrijking voor het onderwijs. Deze professionals kunnen in hun vakgebied meer diepgang geven dan een leerkracht. Mensen van Collage geven kunst- en cultuuronderwijs, verder doet Stad&Natuur mee net als organisaties van wetenschap en techniek. Die mensen staan voor de klas, waardoor de leraren zelf bijvoorbeeld andere groepen les kunnen geven in zaakvakken zoals rekenen en taal. Dit is een innovatie binnen het onderwijs die hout snijdt. We willen naar een andere dag- en weekindeling toe die meer van deze tijd is. Daar past een dag per week met andere partners die voor de klas staan heel goed in. In dit opzicht verandert Windesheim ook haar Pabo-opleiding om aan te sluiten bij deze nieuwe situatie. “

Bokhorst: “Hoe ziet de toekomst van het onderwijs er in Almere uit?”

Olivier: “Het lerarentekort is een serieus probleem waar we hard aan werken om het terug te dringen. We zijn samen met de gemeente bezig met de campagne ‘wonen, werken en leren’ in de stad. Dat werkt goed. De uitval van leerkrachten wordt kleiner. Er worden extra middelen ingezet om de verbinding tussen jeugdzorg en onderwijs te verbeteren. Dat vertaalt zich naar extra ondersteuning in de groep. Er zijn tal van ontwikkelingen. De leraren zijn trots op hun vak en richten zich op dat wat zij het liefste doen: lesgeven.”

Susanne Olivier (ASG) en Koen Bokhorst (VVD). (Foto’s: aangeleverd)

Uit de krant

Politiek

112

Uit

Sport

Wonen

Auto