Jongeren beschadigen dak Parkhuys en verstoren herdenking
AlgemeenFILMWIJK – Jongeren brachten zondagavond 11 december vernielingen aan door op het dak te klimmen van Parkhuys Almere, een inloophuis voor kankerpatiënten. Hiermee verstoorden ze de bijeenkomst voor de herdenkingsdienst voor overleden kinderen, tijdens Wereldlichtjesdag. De jongeren gooiden vuurwerk op de parkeerplaats waarna ze op het dak klommen. Maandagmiddag 12 december werden medewerkers van Parkhuys opnieuw opgeschrikt door jongeren op het dak.
“Zondagavond rond 20.00 uur hoorden we een enorm kabaal op het dak”, aldus Yvonne Mullekes van Parkhuys. “Het leek wel of ze op het dak aan het springen of voetballen waren. Iedereen schrok. Mensen waren bij ons om een overleden kind te herdenken. Ze kwamen toen net uit de dienst en zaten nog midden in hun verdriet.”
Mullekes belde gelijk de politie. “De politie gaf aan dat ze niet konden komen, omdat er geen auto beschikbaar was. Toen we buiten gingen kijken sprongen er drie jongens van het dak af. Zij renden direct het park in. Het was erg donker dus ik heb ze niet zo goed kunnen zien.”
Maandagmiddag 12 december was het opnieuw raak. “Rond 15.15 uur hoorden we weer gestommel op het dak. De wijkagent was er binnen een paar minuten. Helaas waren ze toen al weg. We hebben aangifte gedaan en hopen dat we de schade op de verzekering kunnen verhalen.”
In juli van dit jaar werd het Parkhuys ook al geconfronteerd met vernielingen in de tuin. Wijkagent Jeffrey Halsema vermoedt dat het dit keer om een andere groep jongeren gaat. “Het lijkt er op dat het om baldadigheid gaat. Tijdens de klim naar het dak is de regenpijp kapot gegaan. Verder hebben de jongeren de airco’s uitgeschakeld. Deze groep bestaat uit drie jongeren. De groep die in juli de vernielingen aanrichtte bestond uit zo’n 15 tot 20 jongeren.”
De politie surveilleert de komende tijd extra in de omgeving van het Parkhuys. Halsema hoopt dat de daders spijt krijgen en zich melden. “Ze kunnen zich laagdrempelig bij mij melden, bijvoorbeeld via Facebook. Dan ga ik met ze in gesprek.”
