Mario Withoud. (Foto: aangeleverd)
Mario Withoud. (Foto: aangeleverd)

Zomercolumn Almeerder elders

Algemeen

Haarlem

Door Mario Withoud

Ik ben er minimaal twee keer geweest.
Van de eerste keer herinner ik me weinig, wel dat ik er was met een vrouw die niet goed bij haar hoofd was en teveel dronk. Dat is lang geleden en ik kan me uit die periode gelukkig weinig herinneren. Ik ben die vrouw later nog wel eens tegen gekomen en toen zei ze dat het goed met haar ging omdat ze nooit voor twaalf uur ’s middags dronk en alleen in het weekend cocaïne snoof.
De tweede keer was ik er met een andere vrouw, die ook niet goed bij haar hoofd was, al had ik dat nog niet door op het moment dat ik met haar in Haarlem was. Zij en ik zaten in de zon op de Grote Markt met een kop koffie en ik mijmerde over de lange tijd dat ik heel wat anders dronk dan koffie en dat meer dan hobbymatig deed. Op weg naar het terras waren we langs een standbeeld van Kenau Simonsdochter Hasselaar gekomen en ik had verzwegen dat ik een overeenkomst zag tussen Kenau en de vrouw met wie ik was. Zij en ik hadden het op dat terras over van alles en nog wat zonder dat ik het idee had dat er iets beklijfde. Desondanks deed ik mijn best een fatsoenlijk gesprek te voeren. Later zou ik ontdekken dat ze alleen interesse had in gespreksonderwerpen die gingen over hoe geweldig ze was.
Nadat zij en ik uitgesproken waren, staarde ik naar de Grote of St.-Bavokerk, die verderop stond. Ik kwam overeind en nam afscheid.
Beschroomd betrad ik de oude kerk die gebouwd was in de tijd dat God overal nog de baas was. Het was er koel en fluisterstil. Ik dacht aan Jezus die de voeten van vermoeiden waste. Zo had elk mens zijn eigenaardigheden, besloot ik.
In gedachten verzonken liep ik door de kerk, stapte over de eeuwenoude graven. Bij een altaartje gekomen kocht ik een kaarsje. Dat deed ik mede namens mijn schoolvriend Erik die net als ik van Gerard Reve houdt. Ik stak het kaarsje aan en zei tegen God: ‘Het is gezien en niet onopgemerkt gebleven.’
Daarna ging ik voor het roken de kerk uit. Beter gezegd: ik had trek in een shaggie en dat mocht in die kerk niet, terwijl toch nergens in de bijbel een verbod op het roken van tabak staat.
Mijn gedachten kwamen terug bij Erik, van wie ik wist dat hij in Haarlem woonde, alleen niet uit mijn hoofd waar.
Overigens woont Erik tegenwoordig in Amstelveen, een gemeente waar ik veel geweest ben, alleen valt er weinig over die stad te vertellen. Ja, dat die vrouw die teveel dronk er geboren is, maar dat siert Amstelveen niet, zoals wel meer Amstelveen niet siert.

Uit de krant

Politiek

112

Uit

Sport

Wonen

Auto