Sloop gebouw De Beurs opgeschort

STAD CENTRUM – Het college heeft een procedure opgestart om te beoordelen of gebouw de Beurs aan de Wisselweg als monument kan worden aangewezen. Dit is het gevolg van het verzoek dat Erfgoedvereniging Heemschut Flevoland hiertoe deed. Tot die tijd wordt de sloop opgeschort.

In december 2020 had initiatiefnemer Van der Valk Investments een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor de bouw van vier woontorens, een kantoor, commerciële voorzieningen en een parkeergarage op de plek van de Wisseleg. Het gaat daarbij om de realisatie van 511 appartementen in het segment sociale huur en 426 appartementen in het segment middenhuur voor een gemengde doelgroep, waaronder starters en senioren. In totaal worden 937 woningen gerealiseerd. In die aanvraag omgevingsvergunning is er sprake van sloop-nieuwbouw van het gebouw De Beurs.

Bevroren
Volgens het college hoeven monumenten niet ‘bevroren’ te worden in de huidige vorm, zolang de betekenis en het verhaal van de plek niet verloren gaan. ‘De Beurs kan dus ook met een aanwijzing tot monument nog steeds worden gesloopt’, aldus het college. In een nieuw ontwerp van de initiatiefnemer komen volgens het college, veel van de kenmerkende onderdelen van het gebouw terug. De commissie Welstand en Erfgoed is echter niet enthousiast over dat plan. Wel is de commissie positief over de vier bouwdelen waarin de 937 woningen worden gerealiseerd. Inmiddels heeft een aanvullend onderzoek plaatsgevonden waaruit blijkt dat het gebouw inderdaad beperkingen heeft, maar niet geheel onbruikbaar is, zoals de initiatiefnemer stelt. Er zouden bijvoorbeeld nog kantoorfuncties mogelijk zijn.

Gevolgen
In afwachting van het collegebesluit of De Beurs als gemeentelijk monument kan worden aangewezen, kan het gebouw niet worden gesloopt. De Commissie Welstand en Erfgoed moet het college nu binnen acht weken adviseren over de aanvraag van Erfgoedvereniging Heemschut. Daarna heeft het college nog twaalf weken de tijd om een besluit te nemen over de aanwijzing tot monument. Vervolgens kan de procedure voor de omgevingsvergunning verder doorlopen worden. De gemeenteraad zal uiteindelijk een ontwerpverklaring van geen bedenkingen af moeten geven, waarbij getoetst moet worden aan ‘een goede ruimtelijke ordening’.