‘Geen informatie achtergehouden bij onderzoek extremisme’
AlgemeenALMERE – Het college ontkent voor de gemeenteraad informatie te hebben achtergehouden in het onderzoek naar extremisme in de regio. Dat schrijft het college in antwoord op schriftelijke vragen van NIDA Almere.
De krant NRC publiceerde in oktober een artikel waarin werd gesteld dat tien gemeenten, waaronder Almere, al jarenlang undercover onderzoek laten doen in moskeeën door het bedrijf NTA. De gemeente betreurt dat het artikel voor onrust heeft gezorgd. ‘Maar het is ons beeld dat deze is gebaseerd op onterechte aannames en conclusies.’
Flevoland
Fractievoorzitter Hassan Buyatui van NIDA stelt dat oud-burgemeester Franc Weerwind bewust de raad niet heeft geïnformeerd dat het onderzoek niet alleen in Almere, maar in heel Flevoland werd uitgevoerd door NTA. ‘De gemeente werkt op het gebied van het thema radicalisering samen met de vijf andere Flevolandse gemeenten’, schrijft het college. ‘De behoefte aan meer zicht op extremisme was aanwezig in alle Flevolandse gemeenten. Zodoende hebben de burgemeesters van alle afzonderlijke Flevolandse gemeenten ook opdracht gegeven tot de uitvoer van een krachtenveldanalyse in hun gemeente en zou elke gemeente een separate rapportage ontvangen. De aanname dat de burgemeester van Almere opdracht heeft gegeven tot de uitvoering van een nulmeting in heel Flevoland is dan ook onjuist. Wij hebben de gemeenteraad geïnformeerd over het onderzoek in Almere. Wij achten het niet aan ons om te communiceren over besluiten die burgemeesters in andere gemeenten nemen.’
NTA
NIDA ziet het bureau dat het onderzoek uitvoert, NTA, niet als onafhankelijk. Het college bestrijdt dat. ‘Het feit dat er zoveel gemeenten zijn die eerder krachtenveldanalyses hebben laten uitvoeren, is voor ons eerder een bevestiging dat NTA een ervaren partij is met de nodige expertise op zo’n belangrijk thema. Daarbovenop heeft NTA aangetoond haar onderzoeksmethoden periodiek te laten toetsen door onafhankelijke juristen. Voor ons is het duidelijk dat er altijd binnen geldende wet- en regelgeving moet worden gehandeld.’
