Onderwijswethouder René Peeters: ‘Ik ga voor een compleet onderwijsaanbod in Almere’
AlgemeenALMERE – De doelstelling om het aantal zwakke scholen in het basis- en voortgezet onderwijs in Almere terug te dringen was in de periode 2010-2014 grotendeels behaald. Van de 25 zwakke basisscholen ging het aantal naar 2, van de 12 zwakke afdelingen in het voortgezet onderwijs liep het aantal ook terug naar 2. Het streven is nog altijd naar 0. Ondertussen zet onderwijswethouder René Peeters (D66) in op hoger onderwijs. “Toen ik vier jaar geleden riep dat Almere een studentenstad zou worden, lachten ze me uit. Maar we hebben inmiddels 2500 studenten in de stad, en dat aantal is nog altijd groeiende.”
Nu het basisonderwijs in Almere op de rails staat, de overgang van peuterspeelzaal naar basisschool beter verloopt dankzij de inzet van een voorschools educatieprogramma en ook de aansluiting van basis naar voorgezet onderwijs verbeterd is met het programma Lokaal Educatieve Agenda plus, richt wethouder René Peeters zijn pijlen nu op middelbaar en hoger onderwijs. “We willen een compleet onderwijsaanbod hebben in Almere. Daarom zijn ook de zogenaamde aanjaaggelden voor onderwijs ingezet en hebben we daarmee per jaar 1,5 miljoen euro extra te besteden. Daarnaast hebben we nog een reservering van 10 miljoen euro tot 2018 om universitair onderwijs naar Almere te halen.”
Welke universiteit het wordt is nog niet bekend, maar het moet in ieder geval een opleiding zijn die ‘past bij de stad’. “Een studie die past bij Growing Green Cities of de Floriade. Maar ook duurzaamheid, een studie over voedsellogistiek of –economie, architectuur of stedenbouw is een mogelijkheid. We hebben de agrarische school al (CAH Vilentum, red.) maar dat is een hbo-opleiding. Daar moet nog een universitaire studie bij.”
Met een breder aanbod hebben studenten de mogelijkheid om te kiezen. Peeters: “We hebben nu al 22 hbo-studies; 18 bij Windesheim en 4 bij CAH. Windesheim breidt het aantal uit naar 30. Daarnaast hebben we in Almere alles op het terrein van mbo-opleidingen. En dat voor een stad die net 38 jaar bestaat; we zitten nog niet eens in de ‘stedenpuberteit’. De onderwijsinstituten in Almere lopen voorop. Zo biedt Windesheim studies aan die qua niveau tussen mbo en hbo zitten: het Associate degree. Na het mbo studeren studenten twee jaar verder. Dit aantal wordt ook uitgebreid.” Het aantal studenten in Almere is sterk groeiend. “In vier jaar tijd hebben we 2500 studenten gekregen. Het aantal studenten aan de agrarische school is in een jaar tijd verdubbeld en ook Windesheim verwacht in het komende jaar nog eens duizend studenten.”
De gemeente zet daarnaast in op de koppeling tussen onderwijs en bedrijfsleven. “De gemeente heeft stagiaires van verschillende Windesheim-studies en nu zijn we bezig met een project waarbij we onderwijs en arbeidsmarkt aan elkaar koppelen. Samen met het bedrijfsleven kijken we naar wat het bedrijfsleven nodig heeft. Want waarom zou je onderwijs alleen in een school geven, en niet in een bedrijf? Zo heeft stagebedrijf van 2014, het Almeerse bedrijf Alfen, een klaslokaal waar ROC-docenten stagiaires lesgeven. Ik ben heel erg voorstander van leren in de praktijk.”
De gemeente maakt het aankomend studenten aantrekkelijk: drie maanden na aanvang van de studie krijgen ze een kamer aangeboden, legt de gemeente verbindingen met sportverenigingen en helpt ze bij het vinden van subsidie voor bijvoorbeeld de oprichting van een studenten-roeivereniging die er inmiddels is. “Jonge mensen vinden wij als stad heel belangrijk. Met een goede opleiding krijgen ze goed werk, dus willen we daar zo vroeg mogelijk bij zijn. Daarnaast is goed onderwijs belangrijk voor het bedrijfsleven. Die krijgen zo de nieuwste kennis in huis en later goed personeel.”
