Jeugdland haakte in 2001 met 'Casa Fantasia' aan bij de BouwRAI (Archieffoto: aangeleverd)
Jeugdland haakte in 2001 met 'Casa Fantasia' aan bij de BouwRAI (Archieffoto: aangeleverd)

De Schoor bestaat 35 jaar: ‘Stille Kracht van Almere’

Algemeen

ALMERE - Welzijnsorganisatie De Schoor viert dit jaar haar 35-jarig bestaan. In een serie van drie artikelen besteden we aandacht aan dit jubileum. In dit eerste artikel gaan we in op de geschiedenis van het welzijnswerk in Almere.

Allereerst maar even duidelijkheid scheppen over die naam: De Schoor. Die is ontleend aan het begrip ‘schoren’ dat zoveel betekent als ‘ondersteunen.’ De stichting ontstond in 1989 na een fusie van Stichting Instelling Welzijnswerk Almere (SIWA in Haven) en Stichting Ondersteuning Welzijnswerk Almere (STOWA in Stad en Buiten). “Er was al welzijnswerk in Almere voordat de gemeente zelf bestond. Ze beseften in die tijd dat bewoners van een nieuwe stad behoefte hadden aan ontmoeting en binding. Een medewerker als Allard Veldhuis was een bekend figuur. En inmiddels is De Schoor heel vanzelfsprekend voor Almeerders”, zegt Gerard Boekhoff, ruim zeven jaar directeur-bestuurder van De Schoor. “Bijna iedereen heeft wel eens met De Schoor te maken gehad, al besef je dat niet als je naar Jeugdland, het buurtcentrum, of poppodium De Meester gaat.”

Sociale cohesie

De ontmoeting en binding wordt tegenwoordig ‘sociale stadsontwikkeling’ genoemd. “Je kan wel Pampus willen bouwen, maar je moet ook nadenken wat er nodig is om de mensen bij elkaar te laten wonen. Die sociale cohesie van familie en buurten die je in dorpjes en oude steden hebt, is in Almere niet vanzelfsprekend.” Boekhoff hoorde het onlangs nog van de Flevolandse politiechef die zei dat hij bereid was agenten in te ruilen voor sociaal werkers. “Bij wijze van spreken dan, uiteraard. Maar het geeft aan hoe belangrijk de sociale basis is. Het kan veel ellende voorkomen.”

Inhaalslag Poort

Boekhoff: “Er is een periode geweest dat Almere een wijk ontwierp en dan als eerste een school en een buurtcentrum intekende. Daar hebben we nu nog steeds profijt van. Dat is op een gegeven moment losgelaten. In nieuwe wijken, zoals Poort zullen we op dat gebied echt een inhaalslag moeten doen. Zonder te betuttelen voorwaarden creëren dat mensen elkaar weer gaan ontmoeten. Juist degenen die dat minder makkelijk doen. De buurtkamers in de buurtcentra zouden daar een mooie rol in kunnen spelen. Dat is heel laagdrempelig. Bezoekers worden welkom geheten en verder is iedereen er vrij.”

Ontmoeting

Boekhoff wijst ook op de drie Almeerse jongerencentra. “Dat klinkt erg passé, iets uit de jaren ’70. Maar het omgekeerde is waar. Jongeren hebben behoefte aan ontmoeting. Anders dan destijds: ze gamen, rappen. En koesteren de plek waar ze zichzelf kunnen zijn. Jongerenwerkers helpen ze daarbij: leren omgaan met elkaar, samenwerken, grenzen stellen, vertrouwen in elkaar krijgen.”Ook ouderen zoeken verbinding. “Een bezoekster zei dat ze in het buurtcentrum een vriendin had gekregen, die gewoon een straat verderop woonde. Een zetje in de rug.”

Breed

De Schoor werkt wezenlijk anders dan organisaties in andere steden die zich puur richten op jongerenwerk of buurtcentra. Boekhoff: “De Schoor werkt breder. Als iemand bijvoorbeeld via het wijkteam een aanvraag doet voor een scootmobiel, komt die ook in contact met de opbouwwerker die peilt of diegene misschien ook eenzaam is en die kan stimuleren om naar het buurtcentrum te gaan. Of in contact brengen met een andere bewoner die zich ook eenzaam voelt. Of we doen aan buurtbemiddeling bij conflicten. Dat wordt deels gefinancierd door de gemeente en deels door de woningcorporaties.”

Verschuiving

Het sociaal werk  ontwikkelt zich ook, er ontstaan samenwerkingsverbanden met andere organisaties in de stad. “Ondersteuning in een grote stad als Almere kan niet van één organisatie komen. Het geluk is dat de organisaties in Almere  groot zijn, in de hele stad werken en elkaar zo goed kennen. We werken steeds meer samen. Met scholen, zorgorganisaties  of de politie. Een politieagent kan een sociaal werker vragen om eens even met een jongere te praten die dreigt te ontsporen. Dat is toch minder heftig dan wanneer er iemand in uniform voor je deur staat. De grenzen tussen welzijn en zorg, welzijn en onderwijs, vervagen. Dan moet je over de grenzen van je eigen organisatie denken. Jongerenwerkers die bijvoorbeeld in scholen werken omdat ze verstand hebben van de ontwikkelingen die zich op straat voordoen.”

Zorg

Bij zorg is die samenwerking zelfs essentieel. “Iedereen weet dat de wijze van zorg zoals we die kennen de komende jaren niet houdbaar is. Zoveel zorgmedewerkers zijn er simpelweg niet. Zo zitten er nu ook welzijnscoaches in de gezondheidscentra. Als een huisarts bijvoorbeeld een patiënt krijgt met ondefinieerbare hoofdpijnklachten, maar wel merkt dat er stress is, dan kan hij diegene doorverwijzen naar die welzijnscoach. Het maakt die patiënt echt niets uit dat die van De Schoor is, of van Zorggroep Almere. Als hij maar geholpen wordt. Dat is heel succesvol en dat gaan we uitbreiden in Almere.“

Bezigheidstherapie

“Als je door je oogharen kijkt zou je kunnen denken dat De Schoor een soort bezigheidstherapie doet: leuk dat mijn kind naar Jeugdland gaat. Maar bij ons zitten er altijd lagen onder. Op Jeugdland leren ze verantwoordelijkheid nemen, samenwerken, boos zijn omdat ze zich eens op hun duim slaan. En dat onder toeziend oog van een professional. Dat geldt ook voor de Droomspeelbus of het project Be A Model. Ik vind dat heel inspirerend. Er zit zóveel achter.”

Uit de krant

Politiek

112

Uit

Sport

Wonen

Auto