Marjolijn Veenstra (Partij voor de Dieren): ‘Ballonnen oplaten is afvaldumping’
AlgemeenDoor Robert Mienstra
ALMERE – Marjolijn Veenstra van de Partij voor de Dieren (PvdD) laat een foto zien van een uil die verstrikt is geraakt in een lint van een ballon. “Dit is een kerkuil die ooit gevonden is in de resten van een wensballon”, vertelt Veenstra. “De uil heeft het niet overleefd.”
“Ballonnen oplaten is een pure vorm van afvaldumping”, stelt Veenstra. “In Nederland worden er een miljoen ballonnen per jaar opgelaten. Dertig procent komt in zee terecht en draagt zo fors bij aan de plastic soep. Bij aangespoelde walvissen vindt men regelmatig veel plastic in de maag terug, wat een doodsoorzaak kan zijn geweest. Op het land zijn veelal vogels het slachtoffer. Ook bij hen komen de ballonresten in de maag en ze raken in de linten verstrikt en gaan daar aan dood.”
Mensen die de ballonnen oplaten realiseren zich niet wat voor schade ze veroorzaken aan de natuur, vindt Veenstra. “Voor de kinderen of bedrijven die ze oplaten is het een vrolijk gezicht. Maar voor de natuur is het desastreus.” Veenstra wijst op de foto. “ Wie wilt er nu dat een uil zo aan zijn einde komt?”
Veel vogels zien ballonnen als voedsel. “In de magen van dode vogels worden die resten aangetroffen. De oorzaak van hun dood was veelal een hongerdood.” Volgens Veenstra gaat het niet alleen om gewone ballonnen, maar ook om wensballonnen die door de warmte van een kleine vlam opstijgen. “Die veroorzaken naast het gevaar voor het milieu ook kans op branden. De brandweer waarschuwt daar ook volop voor. Ook op deze ballonnen willen we een verbod.” En een verbod is er nu. Door een gezamenlijke motie, waaronder ook de Partij voor de Dieren, welke vorige week is aangenomen door de gemeenteraad, is het oplaten van (wens)ballonnen in Almere verboden.
Biologisch afbreekbare ballonnen zijn namelijk niet de oplossing vindt Veenstra. “Ook biologische afbreekbare ballonnen doen er jaren over om af te breken in de natuur, waar ze in deze tijd ook schade aan de dieren kunnen veroorzaken, denk aan verstrikkingen in de linten of het opeten van de ballonresten. Dus ook de dood van vogels en andere diersoorten worden niet voorkomen met dit soort ballonnen”, stelt Veenstra. “Landelijk zijn er steeds meer gemeenten die het oplaten van ballonnen verbieden. Onlangs hebben Zeist en Heemstede een verbod voor het oplaten van ballonnen aangenomen. Ook landelijk staat het verbod op de kaart. “Het Rijk heeft bij de gemeenten aangedrongen om het oplaten van ballonnen te ontmoedigen. De PvdD wil meer dan dat, wij willen een totaal verbod. Als er in veel gemeenten een verbod komt, kan het niet uitblijven dat er ook landelijk een verbod komt op het oplaten van ballonnen.”
De Universiteit van Wageningen bevestigt het ballonnenprobleem. ‘Dankzij noordoostenwind spoelden vele Nederlandse feestballonnen aan op de kust van Normandië. Een spoor van de vieringen in Nederland dat zeker 800 km ver reikte. Er werden in de omgeving van Le Havre meer dan tien ballonnen per kilometer kust geregistreerd. De massa van de “afzenders” betrof reclame makende bedrijven. Ook goede doelen deden mee’, meldt de universiteit. ‘Latexballonnen vallen na zes tot twaalf maanden uiteen in kleine stukjes. Hoe lang de afbraak daarvan weer duurt is onbekend. Folieballonnen breken helemaal niet af.’
