Onbegrip bij raad over opzeggen huur WSV en De Kapitein
Algemeen‘Is dit hoe wij met onze ondernemers omgaan?’
ALMERE – Waarom moeten de grond en steigers van de WSV Noorderplassen West per se verkocht worden en waarom kunnen deze niet worden gegund aan de huidige uitbater, Kevin van Drumpt van De Kapitein? Dat was de gemeenteraad donderdag nog steeds niet duidelijk na een toelichting door wethouder Julius Lindenbergh tijdens de Politieke Markt.
Door Petra Onderwater
De gemeente liet twee weken geleden in een raadsbrief weten de huur van horecazaak De Kapitein en de steigers op te zeggen. Uitbater Kevin van Drumpt wil het terrein kopen, maar de gemeente wil de locatie met een tenderprocedure opnieuw in de markt zetten, omdat dat wettelijk verplicht zou zijn. “Er zijn te veel tegenstrijdigheden tussen deze raadsbrief en de informatie vanuit deze ondernemer en de watersportvereniging”, stelde onder meer Annette Raijer van de PVV, die het onderwerp samen met de VVD, CDA en ChristenUnie op de agenda had gezet.
‘Doodsteek voor mijn bedrijf’
Een hevig geëmotioneerde Kevin van Drumpt verklaarde dat het besluit van de gemeente de doodsteek voor zijn bedrijf zou betekenen. “Ik heb altijd alles netjes volgens het boekje gedaan en de gesprekken met de gemeente over onze nieuwbouwplannen waren al vergevorderd. Anderhalf jaar geleden besloot de gemeenteraad nog dat er geen commerciële jachthaven zou komen en De Kapitein mocht blijven. Als het huurcontract wordt beëindigd, worden mijn bedrijven zonder pardon een faillissement ingeduwd.“
Onjuistheden
Zowel Van Drumpt als de WSV zijn compleet overvallen door de raadsbrief die volgens Mirella Timm, voorzitter van WSV Noorderplassen West, ook vol onjuistheden staat. “Zo zouden wij geen marktconforme huur kunnen betalen. Toen De Kapitein een commerciële horecavergunning kreeg in 2018 is onze huur echter bijna verdubbeld en die hebben we altijd keurig betaald.” Bij de gemeenteraad is veel onbegrip over de gang van zaken. “Is dit hoe we met onze ondernemers omgaan?”
Risico
Volgens wethouder Julius Lindenbergh zit het college ook met de kwestie in de maag. “Maar er is een verschil tussen wat rechtvaardig voelt, en wat rechtmatig is”, stelt hij verwijzend naar het zogenoemde ‘Didam-arrest’. “Dat bepaalt dat je als gemeente niet zomaar met één partij in zee mag gaan maar dat er bij grondverkoop gelijke kansen moeten zijn. Hierdoor werden wij gedwongen te kijken naar onze eigen handelswijze.”
In bepaalde gevallen kan een uitzondering worden gemaakt. “Bijvoorbeeld als er al zoveel vertrouwen is gewekt dat we daar als gemeente niet meer onderuit kunnen, of als er reden is om aan te nemen dat er geen andere geschikte kandidaten zijn.” Op basis van de informatie die er nu is, ziet Lindenbergh daar echter geen aanleiding toe. “Als we dan toch het risico nemen, blijft er een kans dat andere partijen naar de rechter stappen omdat zij ook interesse hebben in deze locatie. Dan zou de rechter alsnog kunnen beslissen dat deze ondernemer weg moet. Een onzekere situatie, die je niet moet willen.”
Toezeggingen
De wethouder kon de raad drie dingen toezeggen: “Als er nieuwe informatie is die kan helpen, zijn wij bereid opnieuw advies te vragen bij een externe deskundige. Ten tweede zullen wij er hoe dan ook op aansturen dat de wijkfunctie behouden blijft, dat wordt ook de voorwaarde bij een eventuele tender.” Ten derde zou de gemeente kunnen laten onderzoeken of er interesse is bij andere partijen in de markt voor uitbating van deze locatie. Na het publiceren van de raadsbrief hebben volgens Lindenbergh echter al tien andere partijen gereageerd met de vraag wanneer zij zich kunnen inschrijven voor de tender. Een opmerking die niet goed viel bij de raad. “Natuurlijk is er interesse bij andere partijen, nu deze ondernemer hier zo’n succesvolle locatie van heeft gemaakt”, reageerde Meke Smulders van D66.
De raad roept de wethouder op te onderzoeken of op basis van het gewekte vertrouwen bij de ondernemer een uitzondering kan worden gemaakt. Ook willen zij weten waarom de grond en de steigers überhaupt moeten worden verkocht. “Kan de situatie niet gewoon blijven zoals die is?”
Volgende week wordt er verder over gesproken.
